zondag, juni 22, 2014

Suleiman

Ze hadden afgesproken in café Marathon, om half negen aan een tafeltje bij het raam. Suleiman zou een blauwe sjaal dragen. ‘U herkent mij direct’, had hij geschreven. Frieda vond zijn briefje na een lange dag in het Egyptisch museum te hebben rondgelopen. Bij terugkomst in het hotel schoof de receptioniste het haar toe, samen met de kamersleutel. Zoiets had Frieda nooit eerder meegemaakt; een brief in een hotel. En dan ook nog eens van een onbekende man die Suleiman heette. Op haar kamer stortte zij haar koffer leeg over haar bed. De zwarte jurk kon nog best, zeker met de rode ketting die zij een dag eerder bij de piramides had gekocht.

Café Marathon lag wat hoger dan de omliggende gebouwen, waardoor je vrij zicht had over de Nijl, waar honderd bootjes met blauwe en rode lampionnen af en aan voeren. Om half negen was er nog geen enkele man met een blauwe sjaal. Om kwart voor negen ook niet. Frieda bestelde een fles wijn en dronk een glas. Om negen uur liep ze naar de wc, om zich voor de spiegel voor te nemen in het vervolg altijd make-up mee te nemen als ze op reis ging. En thuis zou zij ook weer lippenstift gaan dragen. Nummer 34 van Chanel, net als vroeger. Frieda schoof de haarspeldjes aan de zijkanten van haar gezicht wat strakker naar achteren.

Toen Frieda terug het café in liep, stond er een mannetje bij haar tafel.
Zijn hoofd kwam maar net boven het tafelblad uit. Als dit Suleiman was, dan had Frieda hem de afgelopen ochtenden inderdaad al gezien. Bij het ontbijt, in het hotel. Daar schonk hij de koffie. Dit was dus Suleiman. Zijn blauwe sjaal sleepte met één eind over de grond.

,,Ziet u dat blauwe bootje daar?’’ Suleiman was op zijn stoel geklommen en drukte zijn vinger tegen het raam. ,,Daar helemaal rechts. Dat is de feloek van mijn oom. Een van de weinige boten met live muziek. Als u wilt, begeleid ik u straks naar de kade. Als gast van ons hotel rekenen wij voor u een speciale prijs.’’ Frieda keek naar het raam. Suleiman had in verhouding met zijn lichaam erg grote handen. Zijn loensende ogen waren van een vreemd soort groen, zoals zij dat bij geen enkele Egyptenaar had gezien. Frieda liet de fles wijn in haar tas glijden, nam Suleiman bij de hand en liep bergafwaarts naar de lampionnenboten.

Geen opmerkingen: